Master of Design

Critical Reading: 02/Argumentatie & Stijl

March 6, 2015

Interssante sessie. Drie stukken tekst behandeld; die scherp aan de wind varen; tegen het polemische aan zo nu en dan.

Michael Rock zet in “The designer as an Author” de toon door zich openlijk af te vragen of het van zelfsprekende auteurschap onder ontwerpers wel zo vanzelfsprekend zou moeten zijn. (en dat in 1996).

Hij betoogt dat de rol van de auteur in het algemeen door de jaren heen steeds een andere is geweest; in de middeleeuwen was auteurschap niet belangrijk;  in de renaissance juist wél, maar dan alleen voor literatuur. Wetenschap moest zo anoniem mogelijk blijven. Rock stelt dat het streven naar auteurschap als ontwerper ook een dubbelzinnige kwestie is: als ontwerper ben je altijd schepper van iets, maar vaak faciliteer je andermans boodschap. De ontwerper zou in dat geval een interpretatie of zelfs een eigen visie op een boodschap moeten en mogen hebben (zoals Carson dat deed). Rock stelt aan het einde van dit betoog (volgens mij terecht) dat auteurschap uiteindelijk autoriteit uitstraalt. De vraag is dan of we dat moeten willen. De ontwerper als held, als autoriteit. Da’s nu net wat hij in 1996 al zat begon te worden: If we really want to go beyond the designer-as-hero model, we may have to imagine a time when we can ask, ‘what difference does it make who designed it?’

Dat is uiteindelijk ook zijn eindbetoog; But while theories of graphic authorship may change the way work is made, the primary concern of both the viewer and the critic is not who made it, but rather what it does and how it does it.

STUART HALL: encoding, decoding.

Dit stuk gaat over de positie van zender en ontvanger in de relatie tot de boodschap. De tekst wordt niet gevalideerd door bronnen; verwijst wel naar andere publicisten, maar is meer een betoog dan een wetenschappelijke publicatie.

Betoog, het is benoemen van problemen, voorstellen van hypotheses. Hij verwijs aan het eind wel naar de wens om de 3 stellingen empirisch te bewijzen.

De schrijver (stuart hall, net de editor) komt uit de New Left hoek. Mijn vooroordeel was dat het een blanke intellectueel was. Dat bleek niet zo te zijn. In het licht van de lezing van Nana Adusei Poku over identiteit wel een interessante gewaarwording.

In actual social existence, Hall goes on to argue, messages have a ‘complex structure of dominance’.

De stelling van Hall is dat de context van de verzender van een boodschap (encoder) en de ontvanger van een boodschap (decoder) ontzettend belangrijk is voor de manier waarop de boodschap geïnterpreteerd wordt. Hij stelt bovendien dat er in die encoding en decoding vaak een dominante structuur zit. Deze structuur wordt vervolgens weer beïnvloed door de dominante cultuur van die twee. (dan wel de cultuur van de encoder, dan wel de cultuur van decoder).

 

[…] and that the moments of ‘encoding’ and ‘decoding’, though only ‘relatively autonomous’ in relation to the communicative process as a whole, are determinate moments.

“In speaking of dominant meanings, then, we are not talking about a one-sided process which governs how all events will be signified. It consists of the ‘work’ required to enforce, win plausibility for and command as legitimate a decoding of the event within the limit of dominant definitions in which it has been connotatively signified. Temi has remarked:

By the word reading we mean not only the capacity to identify and decode a certain number of signs, but also the subjective capacity to put them into a creative relation between themselves and with other signs: a capacity which is, by itself, the condition for a complete awareness of one’s total environment.”

Hall zet vooral in op televisie als medium en definieert tot slot drie verschillende hypothetische posities waarbinnen het decoderen van een televisie-boodschap kan plaatsvinden:

The first hypothetical position is that of the dominant-hegemonic position.

Deze positie gaat uit van ‘het grote verhaal’, ‘het grote belang’. De positie die media innemen om regeringsbeleid of een nationale catastrofe uit te leggen. Zakelijk, van een afstand, afgewogen en onpersoonlijk. De kijker decodeert de boodschap als onvermijdelijk en decodeert de boodschap ook zoals ze gecodeerd is. (dit komt ook door de in de boodschap verwerkte meta-code) De kijker beweegt zich binnen de dominante code.

Volgens hall is de hegemonische interpretatie van die code vooral toe te wijzen aan culturele, politieke en militaire elite (Hall is dan ook aanhanger van New Left)

Hall stelt ook:

The definition of a hegemonic viewpoint is (a) that it defines within its terms the mental horizon, the universe, of possible meanings, of a whole sector of relations in a society or culture; and (b) that it carries with it the stamp of legitimacy – it appears coterminous with what is ‘natural’, ‘inevitable’, ‘taken for granted’ about the social order.

The second position we would identify is that of the negotiated code or position.

Hier encodeert de kijker de boodschap volgens zijn eigen standaarden, zijn persoonlijke context. Dit is een versie van de code die doorspekt is met tegenstellingen en die vaak tot onbegrip leidt.

Finally, it is possible for a viewer perfectly to understand both the literal and the connotative inflection given by a discourse but to decode the message in a globally contrary way.

– We suspect that the great maiority of so-called ‘misunderstandings’ arise from the contradictions and disjunctures between hegemonic-dominant encodings and negotiated-corporate decodings. –

 

 

 

 

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *