Master of Design

08/Leeswijzer Workshop Ed van Hinte – schrijven

May 23, 2015

Opdracht: schrijf een brief naar iemand die je goed kent. Schrijf in die brief over jouw masterstudie en wat je daar doet.
Context: Ties is mijn fietsenmaker en sociale ‘node’ in het dorp waar ik vlak in de buurt kom. Hij is belangstellend, maar ik heb hem nog nooit uitgelegd wat die master nu precies inhoudt.

Beste Ties,

Alweer een klein half jaar stap ik zo om de twee weken in de auto om vanuit Marum richting Rotterdam te rijden. De masterstudie waar ik je over verteld heb, is inmiddels in volle gang en het is een intensieve aaneenschakeling van ervaringen, activiteiten en indrukken. Het vreet tijd. Ik heb dit weekend mijn racefiets maar meegenomen zodat ik in de vrije uurtjes de kilometers die ik thuis niet kan maken, in kan halen. Maar: Het is de investering meer dan waard.

Ik realiseerde me afgelopen week dat ik jou, hoewel ik regelmatig bij je in de winkel kom en altijd weer later naar buiten kom dan ik me had voorgenomen, nooit echt heb verteld wat voor opleiding het is. Het lijkt me leuk om dat langs deze weg alsnog te doen.

Een masteropleiding is er in het algemeen op gericht om inhoudelijke en theoretische verdieping te geven aan een vakgebied dat voor een student al bekend terrein is. In mijn geval is het bekende terrein vooral grafisch ontwerp, interactie-ontwerp en webdesign. Zoals je weet, geef ik daar ook les in aan de NHL. Ik hoop dat ik door deze studie een betere ontwerper en een betere docent wordt, maar ik hoop vooral dat ik een betere kijk krijg op de rol van het vak in onze samenleving en zelfs in de wereld.

Dat klinkt wat hoogdravend (misschien is het dat ook wel), maar in feite is ontwerpen problemen oplossen. Het is het oplossen van reeds bestaande problemen, het oplossen van toekomstige problemen, of verbeteringen aanbrengen in eerdere oplossingen. Of je nou een logo, website of een fiets ontwerpt: een succesvol ontwerp lost vooral een probleem op, het vult een leegte. Het is dan ook de bedoeling dat ik afstudeer met een product of dienst, waarbij ik als ontwerper een nieuwe visie geef op mijn vak, op de maatschappij en misschien zelfs op (de toekomst van) de wereld. Met andere woorden: met alleen iets moois en leuks komen we er niet. Is het noodzakelijk, is het verantwoord, is het goed, is het eerlijk?

Om te beginnen werd ik niet zonder meer toegelaten. Het was de bedoeling dat ik een startportfolio samenstelde waarin in mijn eigen motivatie, mijn visie op het beroep en vakgebied en mijn onderzoeksgebied beschreef. Dat startportfolio moest ik ook komen onderbouwen en toelichten in een gesprek. Het onderzoeksgebied is eigenlijk een grove omschrijving van een of meerdere onderwerpen die je boeit binnen je vakgebied. Voorbeeld: De toepassing van elektronisch schakelen kan een onderzoeksgebied zijn binnen het ontwerp en samenstelling van racefietscomponenten.

Het afbakenen van zo’n onderzoeksgebied is ook nodig, omdat je ergens moet kunnen beginnen. Het is namelijk de bedoeling dat ik als student zelf aan de hand van mijn eigen onderzoeksgebied en een daaruit voortvloeiend project mijn studietraject bepaal. Ik word daarin begeleid door experts uit het vakgebied, mijn medestudenten en individuele coaches, maar het draait allemaal om mijn eigen project. Om toch wat structuur te bieden, krijgen we onder meer workshops op het gebied van conceptontwikkeling, onderzoek en publicatie. We bezoeken inspirerende ontwerpers, conferenties en tentoonstellingen en wisselen meningen, ervaringen en kennis uit. We discussiëren, bevragen en bekritiseren. Heel waardevol.

Je zult je nu wel afvragen, mooi verhaal, grote woorden, nobel doel, maar wat ben je nu precies aan het doen?
Dat is een goeie vraag.

Ik sta op dit moment aan het einde van een onderzoeksperiode waarbij ik me vooral heb beziggehouden met het onderzoek van de waarde van weerstand. Dat houdt concreet in dat ik aan het kijken ben of het opheffen van barrières en het vergroten van gebruiksgemak van dingen en diensten ervoor zorgt dat mensen die dingen en diensten misschien minder gaan waarderen. Voorbeeld: het online aanschaffen van fietsonderdelen is over het algemeen veel goedkoper, makkelijker en sneller dan het aanschaffen van die onderdelen via de winkel.
Maar is de waardebeleving van die onderdelen dan ook anders? Zelfde geldt voor vriendschappen via het indernet. Als het zo makkelijk is om vriendschappen via internet te sluiten, zijn die dan net zoveel waard als een vriendschap die je in ‘de echte wereld’ sluit?
We zijn zo gewend geraakt aan snel en vluchtig contact, snel en overmatig consumeren van diensten en media, wat doet dat met hoe we ‘in het echt’ zijn? Die verschuivingen zijn al te zien in media en journalistiek. Het kan niet anders dat wij ook veranderen.

Ik heb er nog geen duidelijk antwoord op, maar ik weet wel dat ontwerpers rekening moeten gaan houden met het feit dat daar blijkbaar een verschil ligt. Dat van een ontwerper verwacht mag worden dat hij of zij daar een visie op moet hebben. Misschien moeten wij ook wel bewust rekening houden met het feit dat niet alles alleen maar ‘makkelijk’ hoef te zijn. Want makkelijk betekent vaak hetzelfde als gratis.

En gratis is vaak waardeloos.

Groeten,

Jan-Wessel

Feedback:
Waarom zo uitgebreid over de inhoud van de studie en zo weinig over je eigen proces?
De uitspraken zijn her en der wel wat groots…
Opletten met al teveel negatieve connotatie
Laatste zin is wat te ruig als statement in z’n eentje.

-> Ed van Hinte stelt dat Ontwerpen niet per sé het bedenken van oplossingen is:
http://www.archined.nl/nl/opinie/2015/nieuwe-kansen/

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *